Mijn Leven

Op vakantie…

Het is weer januari en dat betekent vooruitkijken naar het nieuwe jaar. Iedereen heeft weer goede voornemens die ze proberen meer dan een week vol te houden. Mensen maken plannen voor het nieuwe jaar en ook de zomervakantie moet weer geregeld worden. De nieuwe boekjes liggen weer bij de reisbureaus en op televisie komen de reclames weer over de spotgoedkope exotische landen. Ook bij mij komen de vakantiegedachtes weer naar boven. Ik weet nog niet waar ik heen wil en ook nog niet met wie, maar ik weet wel dat het vanaf nu aftellen wordt naar de zomermaanden.

Hetzelfde gevoel had ik vroeger toen ik nog op de basisschool zat. In de laatste week van school hoefde je niet meer veel te doen. Je moest je bureautje netjes opruimen, alles mocht mee naar huis en op de allerlaatste dag mocht je zelfs je stoeltje en tafeltje buiten het klaslokaal zetten. Als dan de bel ging, rende je als een zot naar huis want de vakantie was begonnen. Ik weet het niet zeker maar het leek toen alsof je een jaar vakantie had. Heel veel weken van absolute vrijheid waarin je niets hoefde te doen. Geen verantwoordelijkheden, geen moeilijke afspraken, gewoon een fiks aantal weken lekker buiten spelen en op vakantie gaan.

Voor mij bestond de vakantie vroeger uit Frankrijk. Frankrijk was het land waar we elk jaar heen gingen met de caravan. Al enkele dagen voordat we vertrokken stond de caravan voor de deur. Als je dan naar binnen liep, hing er een beetje een muffe lucht. Niet verwonderlijk want bij ons werd de caravan maar 3 aaneensluitende weken achter elkaar gebruikt en daarna vernomen wij nooit meer iets van ons huis op wielen. Papa was druk bezig met het in orde maken van de caravan. Hij controleerde de banden, bekeek of alles wel evenredig geladen was en keek of de knipperlichten nog werkten. Mama was druk bezig met het interieur. Eerst alles poetsen en daarna alles vol laden met kleren en boodschappen. Want supermarkten in Frankrijk hadden natuurlijk niet de lekkere pindakaas of Betuwejam die we gewend waren.

We mochten zelf onze kleren uitzoeken die we mee wilden hebben. We bleven 3 weken weg dus dat betekende zoveel mogelijk kleren. Niet dat ik toen heel erg modebewust was, maar ik weet wel dat ik mijn mooiste kleren in de week voor het gaan niet aanmocht omdat ze gewassen en ingepakt moesten worden. Daarnaast mocht ik altijd nog wat spulletjes meenemen die ik in mijn tent wilde hebben. Rond mijn tiende levensjaar bestonden mijn primaire levensbehoeftes toen uit een zaklamp, heel veel Donald Ducks, een cassetterecorder (of hoe heet zo’n ding dat bandjes afspeelt ook alweer, veel te lang geleden namelijk), Snelle Jelle boeken (ja toen was ik al een nerd en voetbalverslaafd) en tekenboek met potloden. Daar zou ik het 3 weken mee uit moeten houden. Of ja, alleen ’s nachts natuurlijk want overdag vermaakte ik mezelf op allerlei andere manieren, maar dat komt dadelijk. Eerst moesten we nog op de plaats van bestemming komen.

En zoals de meesten van jullie wel weten is Frankrijk een aardig eindje weg. Dat betekende dus ook een lange autorit waarbij we jaarlijks te horen kregen dat we de chauffeur met rust moesten laten en dat we elkaar niet mochten slaan. Mijn zusje en ik konden namelijk niet zo heel erg goed met elkaar opschieten en dat resulteerde meer dan eens in een achterbank gevecht waarbij verhitte ouders de wagen stop zetten en ons tot rust maanden. Ik kan me nu niet meer herinneren hoe lang zo’n reis meestal duurde, het enige wat ik weet is dat ik moeilijk stil kon zitten. Het eerste uur was leuk, auto’s kijken, zwaaien naar mensen, tien keer dezelfde mop vertellen en mijn zusje plagen. Daarna werd het strontvervelend om op je plek te moeten blijven zitten. En dus ging ik dan weer omgedraaid zitten, of met mijn benen over de bestuurdersstoel of op de plaats van je mijn zusje terwijl ze daar nog zat.

Nog een uurtje later werd het tijd voor muziek en ik kan me nog wel herinneren dat mijn grote neven veel invloed hadden op mijn muziekkeus. Dus ik had bandjes van Nirvana en Rage Against The Machine en andere soorten herrie. Zonder enig empathisch vermogen eiste ik dat die bandjes gedraaid zouden worden, niet in de gaten hebbend dat de rest van de autobewoners al na 10 minuten hoorndol werden. Maar ok, ik was weer 90 minuten lang gerust gesteld.

Om de verveling te doden ging ik maar spelletjes voor mezelf verzinnen. Kijken naar twee auto’s op verschillende rijbanen die elkaar tegemoet reden en dan gokken welke auto het eerst bij die andere was. Kon ik me goed weer een half uur mee bezig houden. Een ander spelletje achter in de auto was het maken van woorden van nummerborden. Maar op 10e was mijn vocabulaire nog niet zo groot en dus was ik ook hier snel mee uitgespeeld. Tijd voor weer een conflict omdat ik precies dat blikje drinken wilde hebben wat mijn zusje net te pakken had gekregen. Heerlijk om zo minimaal 12 uur in een auto te moeten zitten en ik kijk nu al uit naar het moment dat ik kinderen heb en met de caravan naar Frankrijk af zal reizen.

Eindelijk kwamen we dan aan, het Paradijs. Hier zou ik 3 weken lang de tijd van mijn leven hebben. Papa en mama moesten eerst eventjes inchecken bij de receptie, zo lang kon ik niet wachten. Ik sprong de auto uit, rende over de gehele camping. Op zoek naar het zwembad, de hangplaatsen en natuurlijk de pingpongtafel. Want dat was the place to be. Urenlang “rond de tafel” spelen, uiteindelijk er maar mee ophouden omdat je steeds met je heup tegen de tafel aan kwam of omdat je toch niet kon winnen van 1 enkel persoon dat steeds net iets beter was. Dan werd het weer tijd om je energie kwijt te raken bij het zwembad. Baantjes trekken of urenlang met een bal overgooien. Tientallen andere campingbezoekers die je vragen of je daar alsjeblieft mee op wilt houden omdat ze steeds nat worden of moe worden van het geschreeuw. Dan werd het tijd voor badminton, want nooit is dat leuk, behalve 3 weken in de zomer. Als je geluk had, had iemand een netje bij zodat je professioneel kon gaan spelen. Als je nog meer geluk had bleef de wind liggen, anders had je een extra moeilijkheidsgraad en kon je slaan wat je wilde maar kwam het “chuutje”nooit over je net.

Moegestreden van je dagelijkse activiteiten werd het tijd om te eten. Ook al zat er een fornuis in de caravan, het meest werd er gebarbecued. Heel leuk de eerste week maar daarna kwam het letterlijk je neus uit om weer hetzelfde te moeten eten. Ook het campingbestek en de plastic borden zorgden niet voor een hoogstaande culinaire beleving. Hetzelfde met het ontbijt. Stokbrood is lekker, vooral als je het niet zo vaak eet, maar om elke morgen weer datzelfde brood te moeten eten kwam mijn neus uit. Vooral omdat de meegenomen pindakaas en jam ook na een week begonnen te vervelen.

In de zomermaanden regent het niet zo vaak en kan je genieten van een heerlijk zonnetje. Maar zo heel af en toe doet het weer niet wat je wilt. Dan regent het zelfs in Frankrijk en op een camping is dat funest. Dagenlang binnen in de voortent zitten. Alles wordt vies van de modder die je meeneemt als je binnenkomt. Je kleren worden klammig en snel vies, ook al liggen ze netjes in de kast. Als je ’s avonds je tent inkruipt als het geregend heeft dan voelt je slaapzak koud en vies aan. Als je dan de volgende morgen je tent uitkomt, is heel je kleine voortentje nat en vies en moet je op je slippers door de modder naar buiten. Je gaat meestal douchen in de ruimtes die daarvoor speciaal zijn gemaakt, maar ook daar is het een grote modderboel en je voelt je gewoon niet fris als je daarna weer door de modderpaden naar je caravan moet lopen.

Hetzelfde geldt natuurlijk voor de toiletten, ook die zijn openbaar en ook die worden sneller vies als het weer tegenvalt. In Frankrijk hadden ze eerst nog van die ouderwetse hurk-wc’s, daarbij moest je sowieso al uitkijken dat je jezelf niet bevuilde. Tevens was het maar altijd gokken of je wel genoeg wc papier bij je had. Dat mocht ook niet op de grind vallen want dan zou het meteen doorweekt worde. Ja, zelfs toiletteren was een ramp op de camping. We hadden dan wel zo’n klein chemisch toiletje in de caravan maar dat mocht alleen bij noodgevallen gebruikt worden. Heel jammer dat mijn ouders en ik een andere definitie van noodgeval hadden.

Als je er zo eens over nadenkt, is kamperen eigenlijk helemaal niet zo leuk als dat je zou verwachten. Je mag een hoop leuke dingen doen, maar er zitten ook ontzettend veel nadelen aan. Ook hadden we een redelijk luxe caravan en sliep ik elke nacht in mijn eigen tentje, toch waren er altijd negatieve dingen die mijn vakantieplezier ernstig konden verzieken. Ik was dan ook altijd weer razend enthousiast als ik weer naar huis mocht. Dan lagen er immers 3 nieuwe Donald Ducks op mij te wachten en ook een “frikadel speciaal” was hemels. Het gaat nog lang duren wil ik kamperen weer kunnen waarderen, daarom denk ik dat het dit jaar gewoon weer een verblijf in een luxe hotel in een warm land wordt. Twaalf dagen lang plezier, maar dat is weer een heel ander verhaal.

Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...

2 reacties

Reageren?

%d bloggers liken dit: