Mijn Leven

Vurige spanning

Zomaar een rustige avond in het Eindhovense. In ons appartementje op de 4e verdieping zaten we rustig op de bank naar de  televisie te kijken. Ik weet niet eens meer goed wat we keken, zo interessant was het blijkbaar. De lampen waren aan en de televisie stond op een normaal niveau. In het appartementencomplex waar wij wonen, ligt de gemiddelde leeftijd op 50 jaar. Het betekent dat wij eigenlijk nooit iets horen van onze complex-genoten. We zijn tegenwoordig gewend aan stilte, ondanks dat er regelmatig bontkraagtuig met scootertjes  het fietspad beneden terroriseert.

Het geluid dat we hoorden leek een beetje op een knispering. Alsof er iemand buiten een gigantische zak chips open trok. Het geluid was niet oorverdovend, maar hard genoeg om de aandacht te trekken. Ik keek mijn vriendin aan met een vragende blik, aan de opgetrokken wenkbrauwen zag ik dat zij met dezelfde vraag zat. Ik verliet mijn veilige bank en liep naar het balkon. Ik zag niets, ik rook niets, ik hoorde niet veel.

Ik keek nog eens goed naar beneden en tussen de bomen door zag ik wat glinsteren. Als ik vanaf mijn balkon naar beneden kijk, zie ik een fietspad dat af en toe overdekt wordt door een viaduct. Het fietspad loopt namelijk onder twee drukke wegen door, ons appartement staat precies in het midden. Tot zo ve de geografishe uitleg, terug naar waar het allemaal om draait. IK keek nog eens goed en zag door de bomen de zijkant van de viaduct. Daar kwam rook langs! Ik keek nog eens goed en zag een warme gloed, de rook en de herinnering aan de knispering deed me beseffen dat er iets, op tientallen meters beneden me,  in de brand moest staan!

Ik schoot naar binnen, pakte mijn telefoon en sleutels en vloog naar beneden. Toen ik de deur opentrok, kwam ik in een vage wolk van verbrand plastic terecht. Op de lift kon ik niet wachten en dus moest ik enkele etages naar beneden rennen. Het is eigenlijk best een wonder dat die spurt vlekkeloos verliep, blijkbaar haalt adrenaline de sportman in me naar boven. Ik ging de voordeur uit, sloeg de hoek om en ik verwachtte een grote rookwolk. Ik zag echter niets. Ik liep een stukje verder naar het viaduct toe.

Ik toetste alvast 112 in, maar kreeg geen verbinding. Mijn geheugen dat nogal ontvankelijk is voor leuke feitjes, wees me op het alternatieve nummer: 0900-8844. Als je van die 8844 een telefoonwoord maakt, krijg je tuig. Leuk feitje, vandaar dat ik het wist. De telefoon ging over en ik bedacht dat ik de situatie eigenlijk even goed in moest schatten omdat de hulp dan sneller ter plaatse zou zijn. Ik keek naar de bron van de rook en zag een zwarte muur, iets wat op een frame leek en een laf brandje.

Een vriendelijke mevrouw aan de lijn vroeg me waar ze mee van dienst kon zijn. “Nou, ik sta hier en beneden onder het viaduct staat een frame in brand”, zei ik. Aan de andere kant was het onbegrip hoorbaar: “Sorry, waar sta je precies en wat staat er in brand?” Ik keek nog even goed en probeerde zo duidelijk mogelijk te zijn. “Ja, ik weet niet hoe die straat hier heet en er loop hier zo’n fietspad onder en daar staat iets van een winkelwagentje in brand.” Blijkbaar was ik nog niet duidelijk genoeg: “Dus die brand, is die op of onder de weg?” Ik had natuurlijk uit kunnen leggen waarom dat fietspad zo loopt, maar op dat moment leek me dat eigenlijk niet zo relevant. Ik probeerde het nog door de naam van het plein te noemen om iets meer duidelijkheid te verschaffen. Uiteindelijk begreep ze me en ik dacht dat ik goed werk had gedaan. De mevrouw aan de andere kant van de lijn had nog wat vragen voor me, maar op dat moment kwam er al iemand uit het tunneltje gelopen met een telefoon in zijn hand. “Ik heb het al doorgebeld”, zei hij. Ik excuseerde me aan de telefoon voor mijn warrigheid en zei dat de melding al was gemaakt. Ik keek naar de flat omhoog en zag op bijna elk balkon wel iemand staan kijken. Waarschijnlijk hadden zij allemaal al de brandweer of politie gebeld omdat zij ook niet echt wisten wat er aan de hand was.

Het winkelwagentje, of wat daar van over was, sputterde nog weg tegen. De vlammen werden steeds kleiner. Ik rende weer naar boven om verslag te doen van deze gebeurtenissen. Mijn vriendin had ondertussen contact gemaakt met de andere balkontoeristen en gehoord dat er al verschillende mensen gebeld hadden. Ach ja, ik bel toch liever zelf dan dat ik denk dat iemand anders dat doet.

In de verte hoorde ik de sirene en ik rende maar weer naar beneden. Ik wilde wel eens zien hoe de mannen dit beestje gingen temmen. De brandweerwagen kwam hard aangereden en ik wees hen de plek waar ooit de gevreesde brand was. De wagen stopte en 5 mannen in vol ornaat sprongen uit de wagen. Ik groette hen, maar zij waren te gefocust op de vlammen.zee, of ja, eerder een vlammenvijver. Na een korte inventarisatie liepen zij naar de achterkant van de wagen. “Nu gaat het gebeuren”, dacht ik. Het rolluik ging open en de slang kwam tevoorschijn. Het is toch best spannend om dat zo een keer mee te maken. Vanuit het niets verscheen er opeens een gieter. Een ouderwetse blauwe plastic gieter voor de plantjes. Het water uit de slang vulde de gieter snel en de brandweerman liep rustig naar beneden. En precies zoals het bij de plantjes gaat, lukte dat nu ook. Met enkele polsbewegingen kwamen er wat voorzichtige straaltjes water uit. Het bleek echter genoeg om de vlammen te bedwingen. Het was eindelijk zonde van al die aangemaakte adrenaline in mijn lichaam, dat bleek nergens voor nodig. Dat de avond toch nog nuttig was, bleek uit het feit dat ik nu wel wist waar een bepaald gezegde vandaan komt. Dit was een typisch gevalletje dat ‘het met een sisser af loopt’.

Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...

Reageren?

%d bloggers liken dit: