Een verdieping vol Mierdse historie

Een inschatting van het totale aantal artikelen over Lage Mierde op de bovenverdiepingen van Jan (63) en Koosje (62) Pheninckx is moeilijk te maken. “Gemiddeld zo’n drie boeken per jaar, in veertig jaar. Met zo’n 250 artikelen per boek, kom je toch al snel op dertigduizend artikelen. Maar dat is echt een grove schatting”, vertelt Jan Pheninckx met gepaste trots.

Het woonhuis van het echtpaar ademt pure nostalgie. In de woonkamer staat een vitrine met kleine treinmodellen. Jan bewaart ze omdat hij veertig jaar op het spoor heeft gewerkt. In de aanbouw hangt een vitrinekast aan de muur. In de kast liggen verschillende soorten steenkool netjes gesorteerd. Er ligt zelfs een prijskaartje bij uit 1967 met de prijs van de steenkooldelen. Koosje laat het met trots zien, omdat haar vader vroeger een handel had in steenkool. Aan de muur hangen twee borden vol met speldjes van vroeger. Het is lang niet alles want Koosje spaart ook nog suikerzakjes, bierviltjes en sigarenbandjes. “Maar die liggen gewoon in een zak en daar doe ik verder niets mee. Mensen mogen die zo hebben, als ze willen.”

Ze heeft simpelweg geen tijd meer voor andere verzamelingen, ieder vrij uurtje gaat op aan haar verzameling artikelen over Lage Mierde. Samen met haar man struint ze alle lokale bladen af in de hoop iets van Lage Mierde te treffen. De inhoud van de artikelen maakt niet uit, als het maar om Lage Mierde gaat. Een hobby willen ze de verzameling eigenlijk ook niet meer noemen, het is pure liefde voor het bewaren van de geschiedenis van het dorp.

De liefde heeft Koosje van haar ouders gekregen. Vader bewaarde alles van het verenigingsleven waarvan hij deel uitmaakte, moeder verzamelde de kranten. Toen vader overleed in 1983, stond de hele zolder vol met dozen met artikelen. Koosje begon met uitzoeken en is eigenlijk niet meer gestopt. Bij Jan ontstond de verzamelwoede op een iets andere manier, maar hij doet niet voor Koosje onder. “Ik zeg altijd dat zij me heeft aangestoken”, lacht hij.

De collectie van het echtpaar is inmiddels veelzijdig. In de werkkamer op de eerste verdieping staan de boeken netjes per titel geordend. D’n Uitkijk, De Uitstraling, De Mierdenaar, alles wordt bewaard. “Het Dorpsnieuws komt gelukkig maar eens in de veertien dagen uit”, vertelt Jan met een knipoog. Koosje: “Het is maar goed dat we een betonnen zolder hebben.” Jan Pheninckx vertelt dat het eigenlijk geen probleem is, zo lang ze het maar bij Lage Mierde houden. “Het is hier niet zoals dat televisieprogramma met dat verzamelen hoor”, verzekert hij.

De collectie lijkt inmiddels op een kleine privébibliotheek, al is dat niet helemaal de bedoeling. “Je kunt wel iets hebben om het hebben, maar het mooiste is dat mensen kunnen meegenieten”, vertelt Jan. Volgens Koosje vragen mensen vaak waarom ze alles bijhouden. “Mensen kloppen wel eens aan voor artikelen, dan weet je waar je het voor doet.” Een eigen museum lijkt de volgende stap, maar Koosje is niet echt enthousiast. “Als je meer ruimte hebt, ga je ook meer verzamelen.”

Meer verzamelen, betekent ook meer tijd spenderen aan deze hobby. Jan en Koosje vervelen zich nooit, want hele avonden gaan op aan het zoeken en verwerken van artikelen. “Het lezen kost de meeste tijd”, legt Jan uit. Wanneer is het genoeg geweest? Koosje: “Het houdt eigenlijk nooit op. Je schrijft niet elke dag geschiedenis, je knipt het uit.” Toch heeft Koosje alweer een nieuw tijdrovend project gevonden. Samen met de heemkundegroep wil ze een fotoboek maken met de huizen in Lage Mierde, Hooge Mierde en Hulsel en hun bewoners van 1820 tot 2000. Hoe groot het wordt en wanneer het uitkomt is niet bekend.